|
||||||||
|
Al is de wereld klein geworden, toch zijn er af en toe van die delen, die zo goed als helemaal aan je aandacht ontsnappen en de vroegere Britse kolonie Somaliland, een onafhankelijke republiek, die helemaal op het grondgebied van Somalië ligt, is er daar eentje van. Die republiek riep zo’n dertig jaar geleden haar eigen onafhankelijkheid uit, maar wordt tot op vandaag door geen enkel ander land officieel erkend al zijn er af en toe wel stapjes gezet en al stuurde bij voorbeeld de Europese Unie observatoren ter plaatse, bij de democratische verkiezingen. Die strijd om onafhankelijkheid is waar het voor zangeres Sahra Halgan allemaal begon. Ze was als verpleegster werkzaam in een ziekenhuis waar de gewonde vrijheidsstrijders verpleegd werden, en op een dag, toen het ziekenhuis helemaal zonder medicatie kwam te zitten, ontdekte zij dat haar stem -ze liep altijd al de hele dag te zingen- een soort helende invloed had op de gewonden. Die werden er rustig van en konden hun aandacht van hun pijn weghouden, wat ze meteen draaglijker maakte. Het levensverhaal van de zangeres nam een dwingende wending toen ze in 1988, nadat het regime van dictator Siad Barre Hargeisa, de hoofdstad van de Sa’ad Musa-gemeenschap, zo goed als met de grond gelijk gemaakt had, met vele tienduizenden slachtoffers tot gevolg, genoodzaakt werd haar land te ontvluchten. Ze wilde naar Engeland, waar wel wat Somalilanders wonen -Mo Farrar is er eentje van, net als “onze” Bashir Abdi- maar strandde in Frankrijk omwille van problemen met haar papieren, waar ze bij toeval onderdak vond bij een man die zijn huis voor haar open stelde en haar liet inzien dat er nog goeie mensen op de wereld zijn. Vermits het bloed kruipt waar het niet kan gaan, bleef Sahra zingen en nam ze in 2009 een eerste plaat op. Die flopte jammerlijk, al was ze de directe aanleiding voor de uitnodiging die ze van de regionale overheid kreeg om deel te nemen aan een ontmoeting tussen vluchtelinge-muzikanten en lokale artiesten Eén van de mensen die ze daar ontmoette was Aimeric Krol, mede-oprichter van het Mandinka-collectief BKO Quintet. Krol kende Maël Salètes, notoir gitarist in Lyon en lid van onder meer het Orchestre Tout Puissant Marcel Duchamp en van L’Etrangleuse en met z’n drieën begonnen ze te werken aan de muziek van Sahra. Dat resulteerde in twee platen in 2016 en 2020 en die zetten de deur open naar een bredere erkenning en flink wat airplay, zodat de zangeres stilaan, zij het bescheiden, van haar muziek kon leven. Dat er zoveel tijd verliep tussen de verschillende plaatopnamen, had dan weer te maken met het feit dat de zangeres naar haar geboortestad kon terugkeren en er een totaal heropgebouwde stad vond, die nauwelijks nog te herkennen was en waar al evenmin enige ruimte voorzien was, waar vrouwelijke kunstenaars hun ding konden doen. Dus richtte Halgan zelf een centrum op waar dat wel kon en ze noemde het Hoddo Dhawr, wat “draag cultuur uit” betekent en ook de tiel werd van haar nieuwe plat, die dezer dagen hier uitkomt en in het najaar een heuse promotietournee zal krijgen. En zo zijn we stilaan aanbeland bij waar het in deze lijnen moet over gaan: die nieuwe, vierde plaat dus. Voor zover ik het begrepen heb, zingt Sahra over liefde en politiek, in dichtvorm en spreekwoorden. Dat is een heuse Somali-specialiteit en de muziek die de vier -ik vermeldde toetsenist Régis Monte nog niet- uitwerkten voor het dozijn songs, huppelt moeiteloos heen en weer tussen de woestijn-sound van de Touaregs en de pure pop en afrobeat die we uit de jaren ‘70 kennen. Met een stem als die van Halgan kun je alle kanten uit -de vrouw is moeder van vijf kinderen en nam onlangs de stap naar haar vijftigersjaren- en dat is precies wat op deze ronduit formidabele plaat gebeurt: nu eens opzichtig romantisch, dan weer ronduit voor het dansen kiezend en tussendoor de rauwe, scheurende blues belijdend: dit is een exponent van wat Afrika vandaag te bieden heeft op muzikaal vlak. Het gebeurt wel eens vaker dat de gespecialiseerde media een beetje te veel fuzz maken rond een nieuwe artiest. In dit geval echter, is geen woord overdreven van wat ik tot nu toe ergens over Sahra Halgan gelezen heb. Luister achtereenvolgens naar opener Sharaf en naar Qaram Qalafe en u begrijpt vast wat ik bedoel. Dit wordt Groot, zeker weten ! (Dani Heyvaert)
|